Een hond zou nu aan haar neus komen likken. Hij zou ’s nachts op haar voeten slapen en zijn kop in haar schoot leggen als ze verdrietig was. Gaby zou botten voor hem kopen, zijn zachte oortjes aaien en zijn vacht borstelen tot die glansde. (...) Geweldig zou dat zijn, waanzinnig en ongelooflijk.
De 10-jarige Gaby heeft één hartewens: een eigen hondje. Helaas kan ze die wel op haar buik schrijven zolang ze met haar ouders op de eerste etage van de sjieke villa van oom Eduard woont. Eduard is een rare snuiter met een voorliefde voor rozen, volslanke dames en moppentappen. O ja, en papegaaien. En laat Eduard nu net als de dood voor honden zijn. In zijn vierde huisregel verbiedt hij dan ook alle ‘levende dieren zonder veren of vleugels’. Daar is ze mooi klaar mee!

Zo begint een zomervakantie waar geen einde aan lijkt te komen. De verveelde Gaby ziet er als een berg tegenop. Gelukkig komt haar nichtje Erika, bijgenaamd Uiltje vanwege haar bril, een tijdje logeren. ‘Waarom ga je niet gewoon op een hond passen?’ vraagt ze. Zo kunnen ze én vaak bij honden zijn én geld verdienen voor een nieuwe, coole bril voor Uiltje! Die saaie vakantie verandert plotseling in een reeks vrolijke avonturen met een bonte stoet honden – en hun al even eigenzinnige baasjes – in de hoofdrol. Zo hond, zo baasje.

Twee bevriende nichtjes die de handen uit de mouwen steken, dat zorgt voor een supergezellig en ook wel stoer meidenboek. De Duitse kinderboekenschrijfster Cornelia Funke ken je al van adembenemende sprookjeswerelden (‘Hart van inkt’) en spannende avonturenverhalen (‘De dievenbende van Scipio’), maar wist je ook dat ze gevoel voor humor heeft? Zo is Uiltje een bangerik, en bovendien erg bijgelovig. Ze gaat nergens heen zonder haar gelukssteen, controleert dagelijks de horoscoop en trapt telkens weer in de broodjeaapverhalen waarmee Gaby haar plaagt:
‘Het enige wat uit de rivier omhoogkomt zijn kikkers. Daar, zie je?’
Er plonsde iets in het water. Uiltje schrok ervan.
‘Dat was een hele dikke.’ Gaby dempte haar stem. ‘Bijna net zo groot als je hoofd.’
Niet alleen Uiltje, maar ook de volwassenen en natúúrlijk de honden dragen ieder hun steentje bij aan de vele grappige situaties. Wat te denken bijvoorbeeld van het gevlekte hondje Godo, dat alleen Chinees verstaat of de reusachtige Pyreneese berghond Bijou, die de meiden urenlang uitlaat in plaats van andersom...?

De hondenuitlaatclub’ laat je elk hoofdstuk opnieuw genieten van dit soort gekkigheid en een lieve illustratie van een van de honden – die Funke trouwens zelf tekende. Tegen het einde worden de meiden voor een lastige keuze gesteld. Wil je weten welke? Wacht dan niet langer, maar lees dit boek voor echte dierenvriend(inn)en!

Details

‘De hondenuitlaatclub’
Cornelia Funke
Em. Querido’s Uitgeverij BV, 2014
978 90 451 1654 9

Deze recensie werd eerder gepubliceerd op Leesfeest.